Musea zetten publieke ontmoetingen tussen bezoekers, objecten en verhalen in scène. Dat beperkt zich niet tot een tour door de tentoonstellingszalen, maar begint al bij een monumentale of drempelloze entree.
OASE 111 belicht historische en actuele mechanismen en motieven van dergelijke enscenering. De focus in de discussie over museumarchitectuur wordt zo verlegd: lang ging het vooral over (iconische) exterieurs en (goede) museumzalen, maar steeds meer museologische ontwikkelingen doen zich vandaag precies voor in de hele configuratie tussen stad/landschap en zaal. Zichtdepots herzien bijvoorbeeld de grenzen tussen front- en backstage. Gestreamde evenementen vinden een gelegenheidstheater in een vast auditorium, een vergeten hoek, of in een tijdelijke inrichting.
De essays in dit OASE-nummer speculeren over het belang van de architectonische enscenering van museumbezoek en museumactiviteiten, terwijl museuminstellingen hun rol herdenken binnen een versnellende evenementencultuur. De scènes van het museum worden niet op het typologische niveau van het museumgebouw onderzocht, maar verkend in een wandeling langs betekenisvolle plekken.
Geert Bekaert-prijs voor architectuurkritiek
Boekbesprekingen
Van woorden naar gebouwen
In dit nummer van OASE wordt aan de
hand van casestudies de geschiedenis van de architectural book review geschetst.
Deze Call is uitgeschreven door Christophe Van Gerrewey en Hans Teerds. De deadline is 20 december 2023.
Op 16 maart 2023 organiseert de TU Delft een debat geïnspireerd op OASE 110.
Wat betekent de ‘eigendom’ van een auteur van een project precies? En
bestaat dit gevoel van eigendom nog steeds in de hedendaagse
architectuurcultuur? Naast het concept van het individuele singuliere
auteurschap treden ook andere meer open vormen van samenwerking en
co-creatie.
‘The Architect as Public Instellectual’
Deadline: 23-12-2022
Aan de hand van een reeks concrete
projecten, onderzoeken de bijdragen in dit nummer het spanningsveld
tussen architectonische esthetiek en kwesties inzake energie,
technologie en materialiteit. Ecologische praktijken in de architectuur
moeten niet alleen effectief zijn in het aandragen van oplossingen, maar
brengen onvermijdelijk ook vragen mee over schoonheid, affectie, zowel
als perceptie.